Het elektrodesysteem bestaat uit drie elektroden om problemen te verhelpen die kunnen ontstaan doordat de werkelektrode en de tegenelektrode geen constant potentiaal behouden, wat kan leiden tot grotere meetfouten. Door een referentie-elektrode toe te voegen, wordt het drieelektrodesysteem van de restchloorelektrode gerealiseerd. Dit systeem maakt een continue aanpassing van de spanning tussen de werkelektrode en de referentie-elektrode mogelijk door gebruik te maken van het potentiaal- en spanningsregelcircuit van de referentie-elektrode. Door een constant potentiaalverschil tussen de werkelektrode en de referentie-elektrode te handhaven, biedt deze opstelling voordelen zoals een hoge meetnauwkeurigheid, een langere levensduur en een verminderde behoefte aan frequente kalibratie.








